Over een paar uur ga ik een weekend het klooster in. Zoals je een klooster kent van films, zo ziet dit klooster er ook uit. Tenminste, dat vertellen de plaatjes op Google me, want ik moet dus nog vertrekken. We beginnen op vrijdagmiddag en blijven daar tot zondagmiddag. Van zaterdagochtend tot zondagochtend zijn we stil. Toen ik een paar weken geleden ‘ja’ zei tegen dit weekend zei ik dat puur rationeel.
Stille tijd is een goede investering in je relatie met God. Dat geloof ik echt. Met twee bedrijven en een gezin vind ik het soms lastig om de relatie met God goed te onderhouden. Aan het einde van de dag denk ik dan, “hé waar heb ik God gelaten vandaag?”. Ik probeer dan toch even het gesprek aan te gaan om het goed te maken. Dat wil ik veranderen. Ik wil opstaan met God en de dag samen doorbrengen.
In mijn hoofd vergelijk ik zo’n relatie dan wel eens met mijn huwelijk. Als ik de hele dag niet reageer op de appjes van Jesse en ‘s avonds niet écht met hem over de dag praat, kan ik dat moeilijk ‘s avond vlak voor het slapen gaan het nog even recht breien met small talk. Zo werkt een relatie gewoon niet.
Zoveel betalen voor ‘niks’
Toen ik een vriendin vertelde over dit weekend zei ze dat ze ook weleens zoiets had overwogen. Het weerhield haar om zoveel te betalen voor ‘niks’. Ik snap die gedachtengang, en die zou ik zelf ook kunnen hebben. Maar tegenwoordig is niks het nieuwe luxe. Retraites bestaan natuurlijk al een tijdje en ik hoorde laatst iemand iets vertellen over ‘social media vrije huizen’ waar mensen heen kunnen gaan om even offline te zijn. Dat laatste kan thuis natuurlijk ook prima. Maar vaak wint de dagelijkse routine, want het doorbreken van gewoontes is gewoon heel erg lastig.
Gewoon een beetje lekker alleen zijn, toch?
Eerst dacht ik dat zo’n weekend met jezelf gewoon lekker zou zijn. Ik kan best goed stil zijn, dan kom ik echt tot rust. Ik zag voor me dat ik vooral veel zou slapen, lezen en wandelen. Tussendoor lekker kletsen met God, want met niet zoveel om handen is het altijd makkelijker om dat te doen. Maar nu het dichterbij komt vind ik het toch een beetje spannend. Gewoon omdat het onbekend is.
En dan het praktische. Degene die meer blogs van me hebben gelezen weten dat ik met hele kleine dingetjes kan zitten. Net als bij de doop; of ze me wel weer boven water zouden krijgen bijvoorbeeld. Bij dit kloosterweekend ben ik vooral bang voor kou. Je moet weten dat kou me nog wakkerder kan houden dan vijf koppen koffie om 22.00. Bij een klooster stel ik me een prachtig, oud, maar ook tochtig en slecht geïsoleerd gebouw voor. Het advies was ook al om dikke sokken mee te nemen. Ik heb dus 2 paar dikke sokken in mijn tas én twee paar sokken aan. Daarnaast ga ik nog even op zoek naar de welbekende babykruik. Je weet maar nooit!
Er zijn echter meer redenen die mijn spanning doen stijgen. Bijvoorbeeld om mijn gezin achter te laten. Niet dat ik denk dat zij het niet redden. Maar omdat ik een boel leuke dingen ga missen. Maar ook het gewone dagelijkse leven. Ik ga deze dingen missen en ik weet niet goed wat ik er dan voor terugkrijg. Inmiddels heb ik mezelf wel aangeleerd dat het goed is om wél gehoor te geven aan dit gevoel en gewoon ‘te gaan’ voor het onbekende. Want er komt bijna altijd iets moois en goeds uit. En er een beetje tegenop zien mag ook best. Het gaat er uiteindelijk om of je angst wel of niet de baas laat zijn. En dat wil ik juist niet.
In een volgende blog zal ik mijn ervaring delen!