Ik geloof in een beter nieuwjaar

Ik geloof in een beter nieuwjaar

Het nieuwe jaar hebben we bij Hemelsbreed ingeluid met een frisse wandeling op zondagochtend, en zondagavond met een online Taizeviering. We zitten weer midden in een lockdown, ons landje polariseert en het klimaat blijft een grote zorg. En dan hebben we het nog niet over onze eigen sores, ingewikkelde relaties en oude pijn. Toch geloof ik een beter nieuwjaar. Komend jaar zal een beter jaar zijn dan afgelopen jaar. Dietrich Bonhoeffer liet mij zien hoe.

Live vanuit de huiskamer van de familie Boes zongen we afgelopen zondagavond Taize-liederen en lazen we teksten over hoop. Deze tekst van Bonhoeffer sprak tot mij:

Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.

Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,
drukt nog de last van ‘t leed dat ons beklemt,
o Heer, geef onze opgejaagde zielen
het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.

Ik moest wat wennen aan de oud-Nederlandse taal waarin dit gedicht is geschreven. Maar het leuke van zo’n oude tekst is dat je even moet nadenken voordat je begrijpt wat er staat. Vooral die laatste zin over het heil waarvoor wij bestemd zijn is lastig te begrijpen. De online encyclopedie beschrijft ‘heil’ als een ‘toestand waarin je je gelukkig voelt en al je wensen vervuld zijn’. Nou, als dat onze bestemming is, dan kan ik daar wel blij van worden.

Maar dan neemt het gedicht van Bonhoeffer een wending:

En wilt Gij ons de bittre beker geven
met gal gevuld tot aan de hoogste rand,
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.

Ik moest dit stukje een paar keer lezen om tot me door te laten dringen dat Bonhoeffer echt meent dat hij dankbaar is voor een beker met gal. Gal is de bittere vloeistof die uit onze lever komt. Niet echt iets om te drinken zegmaar. Gal wordt dan ook niet voor niets in verband gebracht met haat, boosheid en venijn. Denk maar aan de uitspraak: ‘je gal spuwen’. Hoe kon Bonhoeffer dankbaar zijn voor een beker met gal? Hoe kon hij dankbaar zijn voor ellende en pijn?

Bonhoeffer

Toen Bonhoeffer dit gedicht tijdens de jaarwisseling van 1944-1945 schreef zat hij al bijna twee jaar in de gevangenis. Hij zat daar vanwege zijn hulp aan vluchtende Joden. Tijdens die jaarwisseling was duidelijk geworden dat het verzet tegen Hitler niets had uitgehaald. Alle hoop was hem ontnomen, en toch kon hij in die gevangenis dit schrijven. Dankbaar en zonder beven lukte het hem om de ellende van die tijd te trotseren.

Hoe ga ik om met tegenslag in mijn leven?

Ik word niet echt blij van deze lockdown, ik maak mij zorgen om het klimaat, en ik heb ook mijn eigen struggles en tegenslagen. De ‘realiteit’ geeft mij niet altijd reden om hoopvol en optimistisch te zijn. In het gedicht wordt duidelijk dat de hoop die Bonhoeffer heeft niet voortkomt uit zijn omstandigheden, maar uit de ervaring met God. Een ervaring van vreugde, van vrede en geborgenheid. Hij omschrijft het als volgt:

Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn,
leer ons wat is geleden dan herdenken,
geheel van U zal dan ons leven zijn.

Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.

Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet,
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.

In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.

Ik weet niet of de ‘realiteit’ en de omstandigheden buiten mij komend jaar beter zullen zijn. Maar ik weet wel dat de realiteit in mij anders kan zijn. Mijn dal van dorheid veranderd in een oase (psalm 84). En daarom kan ik zeggen: ik geloof in een beter nieuwjaar.